h

De haven is groter dan het Noordzeekanaalgebied (opinie)

12 juni 2013

De haven is groter dan het Noordzeekanaalgebied (opinie)

Waar gaan we wonen, waar gaan we werken en waar zal nog ruimte zijn voor natuur en recreatie? Stuk voor stuk vragen die gesteld moeten worden over één van de drukste gebieden van Nederland, het Noordzeekanaalgebied. Het stellen van deze vragen is geen overbodige luxe, het vinden van de antwoorden erop geen eenvoudige zaak. Tenminste, wanneer er geen duidelijke keuzes worden gemaakt.

De provincie Noord-Holland heeft het voortouw genomen om over het Noordzeekanaalgebied een visie op te stellen, samen met de gemeenten Amsterdam, Velsen, Beverwijk, Haalemmerliede-Spaarnwoude en Zaanstad. Een flinke hoeveelheid ambtenaren is aan het inventariseren geslagen en zij hebben een rapport opgesteld. Op verschillende momenten hebben betrokken raadsleden en statenleden een eerste zegje mogen doen. Het is wel oppassen geblazen: bij een eenzijdige benadering ten gunste van het bedrijfsleven zou vergeten kunnen worden dat er overal in het gebied ook mensen wonen.

In de komende 20 tot 30 jaar is te verwachten dat er steeds meer mensen in dit gebied zullen komen wonen: daar is immers het werk dat ze willen, maar om de woningen te kunnen bouwen is ruimte nodig. Niet alleen fysiek in de vorm van vierkante meters, maar ook ruimte voor goede luchtkwaliteit en lage geluidsbelasting. Tegelijkertijd zoeken bedrijven een plek in diezelfde ruimte. En dat wringt: voor beide kan geen plaats zijn: er moet gekozen worden.

In de visie Noordzeekanaalgebied komt één zin naar voren: er moet ‘out of the box’ gedacht worden. Welnu, hier is zo’n gedachte: Nederland is één grote haven met vestigingen in verschillende gemeentes. Het voordeel van deze manier van denken is dat er niet langer concurrentie hoeft te bestaan tussen de verschillende havensteden in Nederland. Op dit moment is het zo dat zij ieder voor zich willen uitblinken in onder andere containeroverslag of cruiseschepen, dat zij ieder voor zich op zoek zijn naar watergebonden bedrijvigheid of die bedrijvigheid willen behouden. Dat is inefficiënt en trekt een zware wissel op de beschikbare milieuruimte (lucht, geluid) en er wordt gretig gekeken naar de nog ‘lege’ gebieden om vol te kunnen bouwen met nog meer bedrijvigheid.

Wanneer Nederland een haven is met meerdere vestigingen, wordt het mogelijk om gecoördineerd te specialiseren. Vervuilende industrie zou dan veel beter naar de Tweede Maasvlakte kunnen verhuizen, dáár waar nog milieuruimte is. Er zou in ieder geval niet meer mogen worden uitgebreid. Door haar vertrek komt er ruimte vrij om te wonen. De ruimte voor natuur en recreatie kan blijven wat die is. En de werkgelegenheid kan worden gewaarborgd door díe bedrijven alle vestigings- en/of uitbreidingsmogelijkheden te geven die in hun productieproces niet alleen maar aandacht hebben voor hun winst (profit) maar juist onvoorwaardelijke aandacht geven aan mensen (people) en hun omgeving (planet), noem ze PPP-bedrijven.

Met deze aanpak zal kunnen worden voorkomen dat er gedacht wordt aan verhoging van de geluidswaarden voor woningbouw (tot 60 dB, volgens Hamburgs model) of het afwaarderen van een snelweg tot autoweg (zelfde herrie, maar andere bouwregels). Of dat er gebouwd gaat worden in de nu nog groene gebieden die niet alleen tot de hoofdgroenstructuur behoren, maar waar ook nog Unesco-erfgoed ligt (de Stelling van Amsterdam).

U bent hier