De gemeente Amsterdam wil 3 gigantische windturbines (resp. 200 en 150 meter hoog, dat is meer dan 50 verdiepingen, dus bijna net zo hoog als de hoogste wolkenkrabber van Nederland) in het natuur- en recreatiegebied Noorder-IJplas zetten, op iets meer dan 350 meter van woningen. Volgens de nabijgelegen gemeente Oostzaan is dit zonder voldoende overleg met hen en de inwoners besloten. Ook de gemeenteraad van Landsmeer heeft in een motie haar bedenkingen geuit. De megamolens gaan voor slagschaduw- en geluidsoverlast zorgen voor de omwonenden, zowel in Oostzaan als Amsterdam zelf (er wordt gesproken over het stilzetten van de molens op momenten dat ze slagschaduw veroorzaken, maar dat maakt het project uiteraard veel minder rendabel en er blijft nog steeds geluidsoverlast) en maken het ook moeilijker woningen bij te bouwen voor inwoners van Oostzaan, waar de wachtlijst voor een sociale huurwoning nu al 15 jaar bedraagt. De gemeente Amsterdam maakt dit allemaal niets uit: in een onderzoek dat zij liet doen naar de gevolgen van dit project werden de gevolgen voor Oostzaan simpelweg niet meegenomen. Ook de inwoners van Amsterdam die zich willen kunnen ontspannen in dit gebied en de vele dieren daar worden opgeofferd aan de "groene" ambities van het Amsterdamse college.
In 2016 werd een vergelijkbaar plan door de provincie afgekeurd. Deze windmolens mogen volgens de toenmalige regels niet geplaatst worden, maar nadat de provincie in 2022 de minimale afstand tot woningen van 600 naar 350 meter terug heeft gebracht, kan het nu plotseling wèl. Waren de regels vroeger te streng of zijn de regels eenvoudigweg versoepeld ten koste van de omwonenden en de natuur, om maar zoveel mogelijk windmolens te kunnen plaatsen?
Lees verder