Noord-Holland

In 2007 heeft de provincie onder verantwoordelijkheid van ex-gedeputeerde Ton Hooijmaijers (VVD) een lening van 50 miljoen euro aangetrokken van de Nederlandse Waterschapsbank NV (NWB).
Deze 50 miljoen zijn als onderdeel van de beruchte 78 miljoen euro in IJsland in deposito beland en kunnen mogelijk in hun geheel als verloren worden beschouwd.
Maar hier blijft het niet bij: een ezel stoot zich doorgaans niet tweemaal aan dezelfde steen, maar het college van Gedeputeerde Staten heeft weinig lering getrokken uit de Landsbanki-affaire.
Er is opnieuw gespeculeerd op rentestijgingen en de schade loopt met 185.000 per maand op.

Nadat midden 2009 het college van GS met donderend geraas uiteen was gevallen en ruim een jaar geleden een gedeeltelijk vernieuwd college de draad weer heeft opgepakt, werden twee zaken heel duidelijk: de in 2007 aangetrokken lening van 50 miljoen euro was volkomen onnodig binnengehaald en – naast het verlies in Casino Reykjavik – de lening moet wèl nog helemaal worden afbetaald en kost intussen bijna vijf procent rente per jaar.
Van oktober 2007 tot 1 oktober van dit jaar heeft dat al ruim zeven miljoen rente gekost en daar komt iedere maand nog eens meer dan 185.000 euro bij. Zonder dat daar ook maar iets tegenover staat.

In het begin van het jaar heeft het college van GS besloten om de lening vervroegd af te lossen.
De boete bij vervroegde aflossing is dan wel ongeveer 5 miljoen euro, maar dat was toch weinig in vergelijking met de bijna 31 miljoen rente, die de lening de komende 22,5 jaar nog zou gaan kosten.
Bovendien is er door de verkoop van de NUON-aandelen meer dan genoeg contant geld om handen bij de provincie, geld dat toch zo goed als niets opbrengt door middel van schatkistbankieren.

De statencommissie die over financiën gaat heeft op 1 maart met algemene stemmen ingestemd met de vervroegde aflossing.
Inmiddels is bij navraag gebleken dat er ruim een half jaar later nog steeds niet vervroegd is afgelost.
Als reden hiervoor werd opgegeven dat er “wordt gewacht op een gunstiger moment”.

De SP-fractie heeft eens uitgerekend wat dat half jaar wachten intussen heeft gekost en dat is niet mis: de provincie heeft van maart tot oktober meer dan 1.140.000 rente betaald over de lening van NWB. Terwijl het NUON-geld in die tijd maar pakweg 240.000 heeft opgebracht.

De SP-fractie concludeert dat er nog eens negenhonderdduizend euro is verdampt.

En wat betekent dat afwachten tot een gunstiger moment?
Het boetebedrag van 5 miljoen wordt lager als de rente stijgt boven het huidige niveau.
Maar de rente is het afgelopen half jaar helemaal niet gestegen.

Het college van GS heeft kennelijk weinig lering getrokken uit de Landsbanki-affaire en de geest van Hooijmaijers lijkt nog rond te waren in het Provinciehuis aan de Dreef.

Opnieuw speculeert het college op een rentestijging en die speculatie kost de provincie handenvol geld. Weliswaar niet zo spectaculair als de 78 miljoen van Ton Hooijmaijers, maar met zeven miljoen rente en vijf miljoen boete bij vervroegde aflossing is er nog eens twaalf miljoen door het putje verdwenen, een schadepost die door het getalm van GS onnodig met meer dan een miljoen is opgelopen.

De SP-fractie verzoekt daarom aan het college van Gedeputeerde Staten, met gedeputeerde Post (VVD) voorop om een einde te maken aan de speculatieve geldverspilling en de Hooijmaijerslening zo snel mogelijk vervroegd af te lossen.