h

Hooijmaijers verdacht van “ambtelijke omkoping”, SP-statenfractie stelt vragen aan Gedeputeerde Staten

8 april 2010

Hooijmaijers verdacht van “ambtelijke omkoping”, SP-statenfractie stelt vragen aan Gedeputeerde Staten

Volgens een bericht op de website van De Telegraaf hebben de FIOD-ECD en de rijksrecherche een inval gedaan bij Ton Hooijmaijers.
Hooijmaijers wordt volgens de krant verdacht van ambtelijke omkoping in de periode dat hij wethouder in Amsterdam en gedeputeerde in Noord-Holland was. Hij verrichte tegelijkertijd lobbywerk voor bouwbedrijven en verstuurde daarvoor facturen van één van zijn BV’s, die gevestigd is op het adres van zijn moeder. Hooijmaijers trad in juni 2009 af als gedeputeerde vanwege zijn rol in de Landsbanki-affaire.
De SP-fractie in de provinciale staten heeft schriftelijke vragen gesteld over mogelijke betalingen aan Hooijmaijers in ruil voor gunstige provinciale besluitvorming bij bouwprojecten in Noord-Holland.

Tot op de dag van vandaag wordt het provinciebestuur geconfronteerd met aanvragen, waarbij wordt verwezen naar bestuurlijke toezeggingen uit de periode dat Hooijmaijers gedeputeerde was van onder andere ruimtelijke ordening.
Voor de SP-statenfractie is het de vraag of er bepaalde tegenprestaties zijn geleverd in ruil voor die toezeggingen van Hooijmaijers. Daarom heeft de SP gevraagd om alle besluitvorming stop te leggen bij projecten waarbij Hooijmaijers betrokken is geweest. De SP vindt dat Gedeputeerde Staten eerst moeten nagegaan of een of meer bouwondernemingen en projectontwikkelaars die betrokken zijn bij een project tot de klantenkring van Hooijmaijers behoort.

Inval bij oud-gedeputeerde Hooijmaijers
VVD-bons verdachte omkoping
door Martijn Koolhoven
AMSTERDAM -
De fiscale opsporingsdienst FIOD-ECD heeft samen met de rijksrecherche gisteren een inval gedaan bij VVD-coryfee Ton Hooijmaijers.
Volgens bronnen bij justitie wordt Hooijmaijers verdacht van "ambtelijke omkoping" in de periode 2001-2010.
Hooijmaijers, voormalig lid van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland en voormalig wethouder economische zaken in Amsterdam zou, aldus de verdenking, de afgelopen jaren bepaalde lobbywerkzaamheden voor bouwbedrijven hebben verricht waarvoor hij facturen verstuurde.
Behalve bij Hooijmaijers zijn er ook huiszoekingen geweest bij zijn moeder, zijn fiscalist en een aannemersbedrijf. De vennootschap die de facturen heeft verstuurd, is gevestigd op het adres van Hooijmaijers' moeder.
Bronnen dicht bij het onderzoek zeggen dat het gaat om een 'bijvangst' van de omvangrijke bouwfraudezaak.
Hooijmaijers sneuvelde als bestuurder van de provincie in nasleep van de Icesave-affaire waarbij de provincie voor €78 miljoen het schip in dreigde te gaan. In september 2009 kwam Hooijmaijers in opspraak toen bleek dat hij als gedeputeerde enige duizenden euro's had uitgegeven met een provinciale creditcard. Commissaris van de Koningin Borghouts had de declaraties goedgekeurd, hoewel Hooijmaijers geen bonnetjes kon overleggen.
Verrassing
De inval van FIOD/ECD kwam voor Ton Hooijmaijers naar eigen zeggen als een complete verrassing. "Ik schrok mij echt het apelazerus. Ik dacht eerst dat het om een slechte 1 april-grap ging, ik heb ze alles meegegeven wat ze wilden hebben."
De aangeslagen ex-gedeputeerde: "Ze zeiden dat de verdenkingen te maken hadden met het vastgoed. Ze hebben een kopie gemaakt van de bestanden op mijn computer en de administratie meegenomen. Het was echt een totale verrassing. Ik heb niets te verbergen, van mij mogen ze alles weten, ik heb zoiets nog nooit eerder bij de hand gehad", aldus de aangeslagen ex-gedeputeerde.
Hooijmaijers ontkent dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan strafbare feiten: "Ik weet van niets".
In een reactie zegt Hooijmaijers' advocaat mr. Frits Schneider dat er nog veel onduidelijk is. "Justitie zoekt heel breed". Het feit dat zijn cliënt niet is aangehouden duidt er volgens Schneider op dat justitie terughoudend te werk gaat. Hooijmaijers is getrouwd en heeft drie kinderen.

De vraag of er sprake is van een of meer strafbare feiten is een zaak van justitie.

De besluitvorming op provinciaal niveau en de wijze waarop die tot stand komt mag onder geen beding aan twijfel onderhevig zijn. In het artikel op de krantenwebsite wordt gesproken over het versturen van facturen aan bouwbedrijven in verband met verleende diensten door oud-gedeputeerde Hooijmaijers.
Voor het provinciaal bestuur is et van het grootste belang om vast te stellen of en in hoeverre de bovengenoemde facturen betrekking hebben op verleende diensten die te maken hebben met besluitvorming door Gedeputeerde Staten van Noord-Holland.

Aan de commissie Ruimtelijke Ordening en Grondbeleid is een quickscan toegestuurd met een opsomming van bestuurlijke toezeggingen uit de periode Hooijmaijers (zie bijlage). Deze quickscan omvat een aantal gemeentelijke aanvragen die nog niet zijn afgerond onder het regime van de oude WRO. Van een aantal daarvan is vast te stellen dat ze niet alleen in strijd zijn met het nieuw vast te stellen beleid in de provinciale structuurvisie en de daarbij behorende provinciale verordening, maar dat ze ook in strijd zijn met het oude beleid, zoals vastgelegd in de streekplannen (Streekplan Noord-Holland-zuid en het Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland-noord).

Dit leidt tot de volgende vragen van de SP-fractie:

1. Heeft het college van GS kennis genomen van bovenvermeld bericht op de website van De Telegraaf?

2. Is het college het met de SP-fractie eens dat de wijze waarop de besluitvorming van GS tot stand komt boven iedere twijfel verheven dient te zijn? Zo neen, waarom niet?

3. Deelt het college van GS de zorg van de SP-fractie over de zuiverheid van de besluitvorming in de periode Hooijmaijers over bouwprojecten, nu in de pers gesproken wordt van facturen vanwege verleende diensten aan bouwondernemingen door de verantwoordelijke oud-gedeputeerde Hooijmaijers? Zo neen, waarom niet?

4. Zijn Gedeputeerde Staten het met ondergetekenden eens dat vastgesteld dient te worden of er door de heer Hooijmaijers facturen zijn verstuurd aan ondernemingen die betrokken zijn (geweest) bij bouwprojecten waarvoor provinciale besluitvorming noodzakelijk is (was)? Zo neen, waarom niet?

5. Zijn Gedeputeerde Staten het met ondergetekenden eens dat de besluitvorming over bouwaanvragen uit de periode Hooijmaijers, die nog niet zijn afgerond dient te worden stilgelegd, zolang niet vaststaat dat alle bij de bouwaanvragen betrokken bouwondernemingen en ontwikkelaars niet tot de klantenkring van een van de BV’s van de heer Hooijmaijers behoren? Zo neen, waarom niet?

6. Zijn Gedeputeerde Staten het met ondergetekenden eens dat een in vraag 5 beschreven moratorium ook dient te gelden voor aanvragen die na het aftreden van de heer Hooijmaijers zijn ingediend, maar waarover tijdens zijn bestuursperiode bestuurlijke toezeggingen zijn gedaan? Zo neen, waarom niet?

Op de openbare besluitenlijst van Gedeputeerde Staten van dinsdag 23 maart 2010 staat onder punt 6:
Ontheffing PRV 2009 voor de bouw van 15 woningen in Oost-Graftdijk
Het college besluit:
Om de ontheffing van het bebouwingsverbod in het landelijk gebied zoals bedoeld in artikel 8 lid 2 van de Provinciale ruimtelijke verordening Noord-Holland 2009 voor de locatie Stoop te Oost-Graftdijk onder voorbehoud van opschortende voorwaarden te verlenen voor de bouw van maximaal 15 woningen.

Oost-Graftdijk is een dorpje met amper 70 woningen. Een ontheffing om daar 15 woningen bij te bouwen in het buitengebied is in strijd met zowel het Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland-noord als met het voorgenomen beleid in de provinciale structuurvisie. De gemeente heeft de aanvrage om ontheffing ingediend voor een bouwplan van Zeeman Vastgoed uit Hoorn. Dit bouwplan is een opvolger van een bouwplan waarvoor Gedeputeerde Staten in 2004 een verklaring van geen bezwaar hebben afgegeven, maar waarover de bestuursrechter in Alkmaar heeft uitgesproken dat die nooit had mogen worden afgegeven wegens strijd met het Ontwikkelingsbeeld.
Zeker met deze voorgeschiedenis is het van belang om na te gaan hoe de bestuurlijke toezegging tot medewerking aan het plan van de firma Zeeman tot stand is gekomen.

Het besluit tot het verlenen van het bouwplan van de firma Zeeman om maximaal 15 woningen te bouwen bij Oost-Graftdijk is op 23 maart genomen. We mogen aannemen dat het gemeentebestuur nog niet officieel in kennis is gesteld van dit besluit.

7. Zijn Gedeputeerde Staten bereid om de uitvoering van het besluit tot het verlenen van ontheffing van het bebouwingsverbod bij Oost-Graftdijk op te schorten zo lang niet onomstotelijk vaststaat dat geen enkele van de bedrijven van Zeeman één of meer facturen van een van de BV’s van de heer Hooijmaijers heeft ontvangen? Zo neen, waarom niet?

De leden van provinciale staten,
Fred Gersteling (SP),
Ake de Vries (SP),
Dago Wellink (SP).

U bent hier