NUON verkopen is slecht voor het milieu
NUON verkopen is slecht voor het milieu
Afgelopen vrijdag werd in het Ysbrekercafe gedebatteerd over wel of niet verkopen van energiebedrijf NUON. Volgens de Amsterdamse wethouder Carolien Gehrels die dinsdag 24 maart samen met haar Amsterdamse collega’s het besluit nam NUON te verkopen, is verkoop van NUON gunstig voor de duurzaamheid. Vattenfall trekt, zegt ze, als het straks NUON heeft overgenomen, wel 8 miljard uit voor duurzaamheidsprojecten. Met andere woorden: Gehrels vindt Vattenfall een groen energiebedrijf. Maar het tegendeel is het geval.
In Nederland wordt de voorgenomen overname van NUON en Vattenfall bejubeld als het samengaan van twee schone en milieuvriendelijke bedrijven. In Duitsland, waar Vattenfall al veel langer actief is, klinken andere geluiden, daar kennen ze het bedrijf als het vuilste van het land. Bovendien versterkt de overname van de succesvolle concurrent Nuon de bijna monopoliepositie die Vattenfall in delen van Duitsland heeft.
In Duitsland zijn vier grote stroombedrijven actief: Vattenfall, RWE, E.ON en EnBW. Zij hebben onderling de markt verdeeld en houden de deur dicht voor concurrerende bedrijven. Vattenfall is van de vier grote energiebedrijven het meest vervuilende. Volgens het Bundesumweltamt stoten zij 890 gram CO2 per kilowattuur uit. Dat zijn 300 gram meer dan het gemiddelde in Duitsland. Dat komt doordat veel met bruinkool gewerkt wordt. De energie van Vattenfall bestaat in Duitsland voor 79 procent uit fossiele energie, 14 procent kernenergie en 7 procent duurzame energie. En toch maakt het bedrijf mooie sier met een klimaatcampagne die de woede van milieuorganisaties en deskundigen heeft gewekt. Dat is trouwens niet de enige reden waarom er door Greenpeace en andere organisaties in Duitsland campagne gevoerd wordt tegen Vattenfall.
De Duitsers maken zich ook zorgen over de veiligheid van kerncentrales.
Het bedrijf reageert nogal gesloten op twee ongelukken in twee kerncentrales van Vattenfall ten noorden van Hamburg in juni 2007. Daarop wordt in Hamburg de campagne „Hamburg steig um - Tschüss Vattenvall“ gestart. Een van de alternatieven voor het grote Vattenfall is de snelle groeier in de Hamburgse markt, Nuon. Campagnevoerders zien de geplande overname van Nuon dan ook als een poging om een lastige concurrent op te slokken.
Deze mening wordt door velen gedeeld. De conservatieve krant Die Welt schrijft op de dag dat de overnameplannen bekend worden: "This is a big day for the Swedish state-owned Vattenfall and a bad day for German consumers. By taking over the Dutch energy company Nuon, Vattenfall head Lars Josefsson has not only bought his way into the lucrative natural gas business; he has also taken care of one of his company's annoying little competitors.” De behoudende Frankfurter Allgemeine Zeitung merkt op: "But, with Vattenfall's takeover of Nuon, an independent competitor will disappear from the German energy market. The irony is that Nuon was actually the one that actually succeeded in luring away 10 percent of Vattenfall's customers in Berlin and Hamburg. Now these customers will be pulled back into the Vattenfall empire." De meer progressieve Spiegel Online formuleert het op 24 februari 2009 zo: “The current merger plans represent another story of David vs. Goliath. But, in this version of the story, David loses.”
Ook de stad Hamburg roert zich. Daar gaan er zelfs serieuze geluiden op om weer een eigen stedelijk stroom- en gasbedrijf op te richten. Burgemeester Ole van Beust (CDU) zei in de zomer van 2007 al dat de verkoop van het stadsbedrijf Hamburger Elektrizitätswerke aan Vattenfall een fout was omdat het staatsmonopolie is vervangen door een commercieel quasi-monopolie.
Kortom: de door Vattenfall toegezegde 8 miljard is gewoon een goedkope verkooptruc, en bij het college van Amsterdam heeft de truc gewerkt. Maar, gelukkig, het is nog niet te laat: de Amsterdamse gemeenteraad moet zich nog over het besluit uitspreken. Dat gebeurt eind april. In de provincie valt het besluit over de verkoop in juni.