h

Steunfunctieinstellingen niet zomaar opdoeken

20 februari 2008

Steunfunctieinstellingen niet zomaar opdoeken

Afgelopen maandag stond op de agenda van de Commissie SI (Sociale Infrastructuur) de kadernota Zorg en Welzijn. In deze nota definieert de provincie wat zij wil bereiken in de komende vier jaar op Zorg en Welzijngebied.

Het was een rumoerige bijeenkomst. Dat kwam vooral omdat de provincie in de kadernota zinspeelde op de mogelijkheid, vanaf 2009, de vaste relatie met de provinciale steunfunctieinstellingen die tot nu toe vooral de uitvoering van het provinciale zorg en welzijnbeleid doen, te ontbinden. Alle partijen vonden dat een stap te ver en dus werd de nota uiteindelijk teruggenomen, er was geen consensus mogelijk.
Carlien Boelhouwer: 'Het deed me deugd dat de collegepartijen deze stap: we gaan mogelijk de relatie met de steunfunctieinstellingen afbouwen, ook niet wilde op dit moment. Immers, het idee van het opdoeken van de relatie met deze instellingen komt niet uit de lucht vallen, maar is in de vorige periode al voorbereid door het toenmalige college en de gedeputeerde van CDA-huize. Tot nu toe waren wij een roepende in de woestijn en ik had er van tevoren dus een hard hoofd in.'
Overigens is de dreiging van het opdoeken van de steunfunctieinstellingen daarmee niet volledig van de baan. In de Commissie FEPO (financiën) wordt binnenkort het zogenaamde leertje van de kraan-onderzoek besproken. Daarin worden verschillende mogelijke subsiderelaties onder de loep genomen. De onderzoeksvraag is: wat is de best mogelijke relatie, wat levert het meeste effect op. Het besluit dat vervolgens in de staten genomen wordt over het leertje wordt leidend voor de toekomst van de steunfunctieinstellingen (en mogelijk ook voor die met de jeugdzorginstellingen.)
Carlien Boelhouwer: 'De gedachte is dat aanbesteden van projectonderwerpen de burger in Noord-Holland meer oplevert dan bestaande breed georiënteerde provinciale instellingen door jou gewenste projecten te laten uitvoeren. In andere provincies zijn de instellingen al eerder opgedoekt en dat heeft dramatische consequenties. Een voorbeeld: de stad Utrecht vraagt subsidie aan de provincie Utrecht die zelf geen steunfunctieinstellingen meer heeft, om bij een Noord-Hollandse steunfunctieinsteling een onderzoek aan te vragen. Het paard achter de wagen. En dat wil Noord-Holland dus ook.'
Wordt vervolgd.

U bent hier