Tweede zeesluis is en blijft niet nodig
Tweede zeesluis is en blijft niet nodig
Op 16 juni 2005 kregen de statenleden van de Commissie verkeer een presentatie over de Zeetoegang IJmuiden. Ook de geplande, zeer kostbare tweede zeesluis kwam natuurlijk ter sprake. Stichting Noordzeekanaalgebied Sterk, Schoon en Slim -uitgesproken tegenstander van een tweede zeesluis-, die ook was uitgenodigd, was niet gecharmeerd van de presentatie.
Er werden in de presentatie heel wat gechargeerde uitspraken gedaan, die nergens op stoelden; dat alles om de planvorming voor de tweede zeesluis maar veilig te stellen. Zelfs opmerkingen van de kant van de voorstanders die bij de door de SP georganiseerde avond over de tweede zeesluis begin 2004 in onze ogen duidelijk waren weerlegd, werden de 16e juni bij de presentatie weer opgedist alsof het nieuwe bevindingen waren. Zo bijvoorbeeld de illusie dat de tweede zeesluis voor meer werkgelegenheid in de haven zou zorgen. Nee dus, de cijfers en prognoses tonen het tegendeel aan. De voorstanders lijken blind voor de feiten. Van de tegenstanders kan dat niet worden gezegd. Hun oordeel is immers gebaseerd op werkelijke en niet gedroomde feiten. De SP neemt de brief van genoemde stichting hier dan ook integraal over.
De SP onderschrijft de kritiek en conclusies de Stichting Noordzeekanaalgebied Sterk, Schoon en Slim. De tweede zeesluis moet er niet komen. Het geld dat de provincie er vast voor heeft gereserveerd moet worden besteed aan werkelijk noodzakelijke zaken, zoals bijvoorbeeld de jeugdzorg.
Bas Amelung
Stichting Noordzeekanaalgebied Sterk, Schoon en Slim:
In haar presentatie over de zeetoegang doet mevrouw Been een aantal uitspraken zonder die in de goede context te plaatsen, waardoor een vertekend beeld wordt opgeroepen van de situatie.
1. "De haven levert een belangrijke bijdrage aan het verminderen van de werkgelegenheid onder laaggeschoolden."
De Monitor Werkgelegenheid Masterplan Noordzeekanaalgebied 2003, opgesteld door Dienst Onderzoek en Statistiek in opdracht van het Bestuursplatform zegt hierover op blz. 5:
"De havengebonden werkgelegenheid is tussen 1998 en 2003 met 1.951 personen afgenomen (- 7%). In 1998 en 1999 groeide de havengebonden werkgelegenheid, daarna was er sprake van een lichte daling. In dezelfde periode groeide de niet-havengebonden werkgelegenheid met 14.265 personen (+ 22%). Het aantal havengebonden bedrijven verminderde met 105, een daling van 10%."
Monitor werkgelegenheid Noordzeekanaalgebied 2003
Ook voor 1998 nam de havengebonden werkgelegenheid al structureel af; het gaat dus om een lange-termijn trend. Met andere woorden: de stijging van de werkgelegenheid in het NZKG heeft weinig of niets met havenactiviteiten te maken en alles met andere (d.w.z. droge) activiteiten, zoals die in de nieuwe kantoortorens rond Sloterdijk. Daar komt bij dat de havengebonden activiteiten steeds verder worden geautomatiseerd en dus steeds beter geschoold personeel behoeven.
Overigens is het goed om op te merken dat de helft van de havengebonden werkgelegenheid voor rekening van Corus komt, dat weinig of niets met de sluis van doen heeft. Wel heeft het belang bij verdieping van de IJ-geul, wat in het pakket 'no regret' maatregelen zit dat de minister financiert.
Conclusie: ten onrechte wordt de suggestie gewekt dat haven en nieuwe sluis een rol van betekenis zouden kunnen spelen bij het verminderen van de laaggeschoolde werkloosheid.
2. "Met name door de turbulente ontwikkelingen in China heeft West-Europa de grootste moeite om alle containerstromen te kunnen afhandelen. Extra, goed bereikbare overslagcapaciteit in Amsterdam is daarom hard nodig."
De CPB-notitie Kosten-batenanalyse Zeetoegang IJmuiden, een second opinion van 29 maart 2005 zegt hierover op blz. 13:
"Momenteel is er, mede door de enorme toename van het vervoer van/naar China, enige schaarste aan overslagcapaciteit. (...) In 2005 wordt in de Beneluxhavens een totale overslag van 17 miljoen TEU verwacht. Uitgaande dat dit jaar de capaciteit van de Beneluxhavens gelijk is aan de overslag, brengen de ‘harde’ geplande uitbreidingen (met name in Rotterdam en Antwerpen, BA) de totale overslagcapaciteit van de Beneluxhavens op ca. 42 miljoen TEU. Dit is gelijk aan de raming van containeroverslag in de Beneluxhavens voor het (hoogste) GC scenario in 2030."
CPB Notitie: Kosten-batenanalyse Zeetoegang IJmuiden
Conclusie: alleen op korte termijn is er wellicht enige schaarste aan capaciteit; op de langere termijn naar alle waarschijnlijkheid niet. Aangezien een eventuele sluis pas op langere termijn in gebruik kan worden genomen, heeft de sluiskwestie helemaal niets te maken met (dreigende) overslagschaarste.
3. "De overslagprognoses voor 2020 worden nu al bijna gehaald, met uitzondering van containers."
Prof. Koopmans gaf al aan dat de overslagcijfers zeer wisselend zijn van jaar tot jaar, zodat er op basis van cijfers over twee jaar nog geen trend kan worden ontwaard. Daar komt bij dat in het geval van steenkool het klimaatbeleid in Duitsland zeer bepalend zal zijn. Als het klimaatbeleid strenger wordt (wat tamelijk waarschijnlijk is), zal de vraag naar steenkool afnemen.
Nog veel belangrijker is dat de overslag vooral groeit in sectoren die bijzonder weinig opleveren, zoals steenkool. Wel zijn de schepen die deze droge bulk vervoeren van belang in het wachttijdendossier. Aangezien kolenschepen vaak ongepland bij de sluizen aankomen, zitten zij schepen in het vaarwater die wel volgens een dienstrooster varen, zoals containerschepen. En deze laatste schepen leveren nu juist wel wat op. De ontwikkeling van de containervaart bepaald in hoge mate de grootte van de baten, niet de kolenschepen.
De CPB-notitie Kosten-batenanalyse Zeetoegang IJmuiden, een second opinion van 29 maart 2005 zegt hierover op blz. 24:
"Het negatief resultaat wordt verklaard door het feit dat een groot deel van de overslag in de Amsterdamse havens bulkgoederen betreft, waarvan de wachttijdkosten laag zijn en de baten in grote mate in het buitenland neerslaan. Voor de containerstromen die meer baten met zich brengen, is een zeer goed substituut aanwezig via de Rotterdamse haven. De ontwikkeling van de containersector is zeer bepalend voor de grootte van de baten. De ontwikkeling van deze sector in Amsterdam is vooralsnog onzeker."
CPB Notitie: Kosten-batenanalyse Zeetoegang IJmuiden
Conclusie: de onstuimige groei van de steenkooloverslag levert vooral meer wachttijden op voor containerschepen en nauwelijks meer baten. De baten hangen voornamelijk af van de containers en de overslag daarvan blijft sterk achter bij de raming. De uitkomst van de kosten-batenanalyse zal hierdoor eerder nog negatiever uitvallen dan positiever, zodat er geen enkele aanleiding is om op basis van de ontwikkelingen nieuwe rekensommen te gaan maken.
4. "Het gaat goed met CERES: na 4 jaar hebben zich twee klanten aangediend"
Hoewel dit nieuws een zekere psychologische doorbraak inhoudt die de groei van CERES zou kunnen bevorderen, is het belangrijk om dit nieuws in perspectief te plaatsen. Wethouder Van der Horst blijkt in de rol van schuldeiser vlak voor de deal te hebben geëist dat de terminal op zeer korte termijn klanten zou binnenhalen omdat hij anders beslag zou laten leggen op het bedrijf. Het heeft er alle schijn van dat de klanten onder deze druk fikse kortingen hebben kunnen bedingen op de havengelden (het zou interessant zijn om dat eens na te vragen), zodat er waarschijnlijk niets op de klanten wordt verdiend. Met deze klanten is CERES (CCTE) niet uit de structurele problemen. De uitspraak op 9 juni 2005 in kort geding tussen de twee eigenaars van CCTE, CNK (van oprichter Kritikos) en NYK (Japanse rederij) wordt over de problemen o.a. het volgende gezegd:
"[NYK] bevindt zich in een uiterst moeilijke positie. Met ongesecureerde leningen ten bedrage van EUR 65 miljoen en staande garanties voor nog eens EUR 33 miljoen loopt zij een zeer hoog risico. CCTE verwacht alleen al dit jaar nog een EUR 11 à 12 miljoen nodig te hebben. [...] Het bedrag van de leningen die NYK thans heeft verstrekt aan CCTE en de leningen die CCTE nog nodig heeft, zijn een veelvoud van het bedrag waarmee partijen rekening hielden, toen zij de joint-venture tot stand brachten Zij hielden rekening met enige aanloopverliezen, niet met structurele verliezen van een dergelijke omvang. NYK is in beginsel bereid CCTE na 6 juni 2005 verder te financieren, maar niet onvoorwaardelijk. Zonder nieuw financieringsarrangement zal CCTE niet langer aan haar verplichtingen kunnen voldoen. De pogingen CCTE te verkopen zijn door CNK gefrustreerd, CNK heeft volslagen onrealistische verwachtingen ten aanzien van de waarde van CCTE."
Conclusie: Ceres balanceert op het randje van faillissement en eigenaar NYK wil er vanaf. Twee (hoogstwaarschijnlijk) slecht betalende klanten veranderen hier niets aan.
5. "Een grote sluis is het beste alternatief"
Dat wil zeggen: het minst slechte alternatief. In de kosten-batenanalyse van SEO komt dit 'beste alternatief' al als verliesgevend uit de bus, laat staan in de second opinion van het CPB.
5. "CPB: 'het rendement is optimaal als de sluis wordt aangelegd tussen 2013 en 2017'"
Geen sprake van. De CPB-notitie rept helemaal niet over het jaar 2017; het persbericht wel, maar daar staat:
"Eerder dan 2017 is een tweede zeesluis zeker niet nodig; of dat daarna wel het geval is, valt later te bezien."
Conclusie: uitstel is goed, afstel wellicht nog beter. Alle reden om de provinciale reservering van 34 miljoen euro in te zetten voor zaken die wel maatschappelijk renderen, of anders aan de burgers terug te geven.
Zeesluisbijeenkomst groot succes!
Uitslag SP prijsvraag: Geen tweede zeesluis