Provinciale Staten in planologische klem
Provinciale Staten in planologische klem
Toen het Streekplan Noord-Holland Zuid begin 2003 werd vastgesteld is er erg veel vrijheid overgelaten aan de Gedeputeerde. De SP vond het plan te vaag. De besluiten gingen helemaal voorbij aan wat in inspraakrondes naar voren was gekomen. Door alleen hoofdlijnen vast te stellen, blijft er veel te veel ruimte over voor ingrepen in het landschap die eigenlijk niet gewenst zijn. Bij het uitwerkingsplan Waterland dat gisteren op de statenagenda stond, bleek dat die afweging van de SP juist was.
Bij het vaststellen van streekplan, kozen de Provinciale Staten ervoor, voortaan alleen op hoofdlijnen te toetsen. De uitwerking en nadere invulling werd aan de gedeputeerde overgelaten. Zo lang de uitwerking binnen de hoofdlijnen paste, had de gedeputeerde vrij spel.
De provincie heeft nu uit laten zoeken wat de feitelijke macht van de Provinciale Staten was wat betreft het uitwerking van het streekplan. En de conclusie is dat juridisch gezien Provinciale Staten niets meer heeft te zeggen heeft over het streekplan. Ofwel de gedeputeerde kan bij de uitwerking zijn eigen gang gaan, zolang hij zich aan de zeven hoofdlijnen van het streekplan houdt.
‘Dus we debatteren hier eigenlijk voor nop?’, vroeg Chandra Jankie (SP). ‘Nee, zei de gedeputeerde, natuurlijk niet, ik vind het altijd interessant te horen wat de politiek te zeggen heeft. En ik neem alles mee, zowel aangenomen moties als onaangenomen.’ Dat antwoord was tegen het zere been, ook tegen dat van de VVD. Die hield zijn gedeputeerde voor (Hooijmaijers is van de VVD), dat hij juridisch gezien wellicht in zijn recht staat, maar politiek gezien niet. Politiek gezien moet hij doen wat de meerderheid van de volksvertegenwoordiging vraagt. Hooijmaijers: ‘Ik neem er nota van.’
Kortom: de Provinciale Staten, minus de fractie van de SP, hebben met hun besluit in 2003 in het streekplanbesluit alleen hoofdlijnen op te nemen, hun eigen kuil gegraven.
- Zie ook:
- Omgevingsverordening