Aanbesteden openbaar vervoer: nadelen groter dan voordelen
Aanbesteden openbaar vervoer: nadelen groter dan voordelen
De provincie Noord-Holland is verantwoordelijk voor het goed inrichten van het openbaar vervoer in onze provincie. Noord-Holland kent een aantal concessiegebieden, en OV-bedrijven kunnen deze concessiegebieden in de wacht slepen. Tegen de kandidatuur van EBS bestaat weerstand in de regio. In Israël worden Palestijnen namelijk uit de bussen van hun moedermaatschappij geweerd.
In concessiegebied ‘Gooi- en Vechtstreek’ loopt op dit moment een aanbesteding. Vervoerders kunnen zich inschrijven om mee te dingen naar het kunnen verzorgen van OV in deze regio. De provincie betaalt daarvoor een prijs – het vervoersbedrijf mag, binnen bepaalde kaders, het vervoer zo gunstig mogelijk maken.
De reden destijds om over te gaan tot het aanbesteden van openbaar vervoer was dat ‘men’ (de SP niet) ervan overtuigd was dat de markt voor verbeteringen zou zorgen: meer openbaar vervoer voor minder geld. Dat er minder geld werd uitgetrokken voor het laten rijden van bus, tram, metro of trein klopt, maar daar is wel een prijs voor betaald. Haltes werden en worden opgeheven, lijnen gestrekt of opgeheven. Er kwam dus juist minder openbaar vervoer.
Tegelijkertijd veranderde er ook iets in de politieke bevoegdheden. Aanbesteden van openbaar vervoer is een privaatrechtelijke overeenkomst. Het is het provinciebestuur (lees: de gedeputeerde) dat beslist welke maatschappij het vervoer mag gaan verzorgen. Statenleden hebben daar helemaal geen zeggenschap meer over.
Of het vervoersgeld nu gebruikt wordt om scholen of kleine dorpen bereikbaar te houden en dus een omweg te maken of dat het gestoken wordt in minder, maar snellere buslijnen is aan de vervoersmaatschappij. Welke busmaatschappij uiteindelijk voor het vervoer mag zorgen is aan het provinciebestuur.
Momenteel worden statenleden in Noord-Holland benaderd om busmaatschappij EBS te weren van de aanbesteding voor de Gooi- en Vechtstreek. EBS heeft een dubieuze reputatie opgebouwd. Deze maatschappij verzorgt ook het busvervoer in Israël en de Palestijnse gebieden. Alleen mogen Palestijnen niet meereizen in de bussen van Egged, de moedermaatschappij van EBS. Hoewel de SP-fractie ook graag zou zien dat EBS niet kan meedoen aan deze aanbesteding, valt daar heel weinig aan te doen.
Maar het is niet alleen dat bepaalde maatschappijen niet kunnen worden tegengehouden, het hele aanbestedingscircus is de SP een doorn in het oog: de aanbestedingsprocedure kost veel geld, de invloed van de politiek is weg en de reiziger moet verder lopen naar de halte of is zijn bus helemaal kwijt en moet daar ook nog eens de hoofdprijs voor betalen.