SP: Natuur- en milieubescherming in gevaar
SP: Natuur- en milieubescherming in gevaar
De Noord-Hollandse SP-fractie vraagt zich af of de natuur- en milieubescherming op de tocht staat. In een artikel in De Groene Amsterdammer (*) staat dat de milieueffectrapportage (MER) steeds vaker een wassen neus lijkt of zelfs niet wordt toegepast. De MER is een instrument om op voorhand na te gaan welke gevolgen een plan heeft voor natuur en milieu. Als dit niet of nauwelijks wordt toegepast, dan heeft het desastreuze gevolgen. Dan staat vrijwel alleen de economische waarde van een plan nog voorop.
In het artikel staat specifiek voor Noord-Holland nog een ander item. De Groene Amsterdammer heeft uit haar onderzoek kunnen concluderen dat bij de Noord-Hollandse Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (ODNZKG) een structureel personeelstekort bestaat. ‘Voor vier op de tien vacatures is geen geschikte kandidaat te vinden’. Verder weet men dat de omgevingsdienst steeds meer taken en verantwoordelijkheden krijgt, terwijl ze het met steeds minder geld moet doen. In 2018 was er bijvoorbeeld een tekort van 4 ton.
De ODNZKG is opgericht om (omgevings-) vergunningen te verlenen en ziet erop toe te dat alle partijen in het werkgebied hun (wettelijke) verplichtingen nakomen op het gebied van milieu, bodem en bouw.
Er zijn bij de SP al verschillende (grote) bouwprojecten en wegenbouwprojecten bekend waarbij er niet goed om is gegaan met natuur- en milieubescherming. Er wordt voorbijgegaan aan de MER en andere instrumenten.
De SP wil graag weten wat er volgens de provincie aan de hand is en stelde schriftelijke vragen op, die u hieronder kunt lezen.
Aan de leden van Provinciale Staten van Noord-Holland
Datum ingekomen vragen : 29 juli 2019
Datum GS-besluit :
Vragen nr.
Vragen van dhr. Smaling (SP) en mw. Alberts over Risico’s voor natuur- en milieubescherming ten aanzien van de MER’
De voorzitter van Provinciale Staten van Noord-Holland deelt u overeenkomstig het bepaalde in artikel 45 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van Provinciale Staten mede, dat op door de leden van Provinciale Staten, dhr. Smaling (SP) en mw. Alberts, de volgende vragen bij Gedeputeerde Staten zijn ingekomen.
INLEIDING VRAGEN
Vragen met betrekking tot provinciaal milieubeleid naar aanleiding van artikel in De Groene Amsterdammer. (*)
VRAGEN
Vraag 1:
Hoe ziet u zelf de ontwikkelingen en gebruik van het instrument milieueffectrapportage (MER) in de provincie sinds 2010? Is dit in lijn met de cijfers in het artikel en de opmerkingen over afname van de kwaliteit?
Vraag 2:
Kloppen de cijfers over de tekorten in 2018 bij de Omgevingsdienst Noordzeekanaal (ODNZK)? Zo ja, waar is dat aan toe te schrijven?
Vraag 3:
Is het waar dat voor meerdere vacatures bij de ODNZK geen geschikte kandidaten gevonden konden worden? Hoe is dit ondervangen? Wat waren hiervan de consequenties, bijvoorbeeld ten aanzien van de toezicht- en handhavingsrol?
Vraag 4:
Hebben de Noord-Hollandse gemeenten naar uw mening voldoende expertise om vanaf 2021 de Omgevingswet naar behoren in te vullen en uit te voeren? Zo nee, hoe denkt u dat op te lossen?
Vraag 5:
Wat is in dit verband uw mening over het feit dat de Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) aan de gemeente Hollands Kroon adviseert dat er geen uitgebreide milieueffectrapportage (MER) nodig is ten behoeve van een nieuw datacenter op Agriport A7?
Vraag 6:
Hoe gaat u gezien de recente uitspraak van de RvS met betrekking tot de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) om met het begrip ‘dwingende reden van openbaar belang’ (ADC-toets)? Bestaat het gevaar dat dit begrip wordt opgerekt vanwege de na de RvS uitspraak ontstane situatie? Zo nee, hoe toetst u dat?
(*) Bron: https://www.groene.nl/artikel/normen-versoepelen-stankoverlast-slikken
- Zie ook:
- Bodem