Noord-Holland

Enkhuizen   -  Op veel verschillende plekken in Westfriesland wordt op dit moment gewerkt aan de nieuwe Westfrisiaweg, de provinciale weg N23. Er verschijnen zandlichamen voor viaducten, rijbanen worden verlegd en met de aanleg van tunnelbakken in Drechterland is met al aardig op weg. Als de weg klaar is – voorlopig gaat men uit van eind 2017 – moet de doorstroming van het verkeer tussen Heerhugowaard en Enkhuizen soepeler en sneller verlopen. Maar op dit moment worden we vooral geconfronteerd met onveilige situaties op de omliggende wegen, waardoor bewoners veel overlast ervaren.

Foto: provincie noord-holland / provincie noord-holland

Eind 2015 kwamen de eerste berichten van verkeersoverlast in Zwaagdijk-West. Veel mensen willen de werkzaamheden mijden, en kiezen een vervangende route. Die route loopt over veel smallere wegen door woonkernen. Omdat automobilisten wel vaak de ‘gewone’ snelheid van de provinciale weg aanhouden, dus 100 of 80 km/u, ontstaan levensgevaarlijke situaties op deze wegen, ook omdat er vaak landbouw-, fiets- en bestemmingsverkeer van deze wegen gebruik maakt.

De SP-fractie in de provincie maakt zich zorgen over deze ontwikkeling. Statenlid Wim Hoogervorst vroeg in januari al aan Gedeputeerde Staten welke afspraken er met de opdrachtnemer zijn gemaakt om de overlast en de onveilige verkeerssituaties tijdens de werkzaamheden tot een minimum te beperken. De provincie gaf toen aan, dat er tweewekelijks overleg plaatsvindt tussen de partijen die deelnemen aan het project en de wegbeheerders in de directe omgeving. In dat overleg is alle ruimte om de ontstane situatie te bespreken.

Hoogervorst:  “Wat ik heel vreemd vind, is dat men niet kon aangeven welke afspraken er destijds gemaakt zijn om de verkeersafwikkeling tijdens de aanleg van de weg zo goed mogelijk te laten verlopen. De provincie verwijst steeds naar dit BLVC-overleg (Bereikbaarheid, Leefbaarheid, Veiligheid, Communicatie). In de antwoorden op mijn schriftelijke vragen wordt helemaal niet genoemd hoe men overlast denkt te gaan voorkomen.”

Ook wordt er zo nu en dan een telling gedaan op de omliggende wegen. Uit die tellingen blijkt tot op heden dat er geen problemen zijn op die wegen.  Dat is vreemd, want de bewoners ervaren dit heel anders. "Uit signalen van de bewoners langs de parallelroutes blijkt dat zij vooral in de spitsuren een enorme toename zien van (te hard rijdende) automobilisten”, aldus het SP-statenlid. “Er hebben zich al veel gevaarlijke situaties voorgedaan, ook met fietsers. Ook de politie heeft al eens een controle gehouden en heeft gewezen op de vele snelheidsovertredingen.”

Hoogervorst wil van de provincie nu echt duidelijkheid. Tijdens de komende commissievergadering gaat hij gedeputeerde Elisabeth Post vragen welke afspraken er gemaakt zijn met de opdrachtnemer, en hoe deze afspraken in de praktijk uitpakken en hoe de veiligheid zal worden gewaarborgd.

“Het kan niet zo zijn, dat de bewoners van alle kernen langs de route van de nieuwe N23 de komende jaren ernstige overlast moeten accepteren en langs onveilige wegen moeten wonen. Het werk aan de weg zal binnenkort nog intensiever gaan plaatsvinden. Ik hou mijn hart vast voor de gevolgen voor de mensen die er in de buurt wonen.”

Update:

Volgens gedeputeerde Post is de overlast op de omliggende wegen en de daaruit voortvloeiende verkeerssituaties geen verantwoordelijkheid van de provincie, maar van de beheerders van de betreffende wegen. De beheerders dienen deze problemen, als die er zijn, bij het reguliere overleg tussen alle opdrachtgevers te bespreken, aldus Post op 14 maart in de Commissie Verkeer. Hoogervorst: “Oftewel de provincie heeft haar verantwoordelijkheid met betrekking tot de veiligheid weggemasseerd. Zo kan je dat doen, maar wij vinden deze handelwijze een provinciebestuur onwaardig. Kortom: wordt vervolgd.”