h

Geef burgers meer inspraak

26 maart 2013

Geef burgers meer inspraak

De SP wil dat de Noord-Hollandse rederendumverordening wordt aangepast, zodat het voor Noord-Hollanders wat gemakkelijker wordt om een referendum aan te vragen. SP-fractievoorzitter Remine Alberts: "De eisen nu zijn veel te hoog. Dat is niet stimulerend, terwijl een volksraadpleging wat een referendum eigenlijk is, bij uitstek een democratisch middel is om beleid te toetsen en om burgers bij beleid te betrekken."

De SP heeft samen met de PVV een initiatiefvoorstel ingediend om de Noord-Hollandse Referendumverordening uit 1997 aan te passen. De SP en PVV willen dat drempels voor het aanvragen worden verlaagd en dat ook vanuit Provinciale Staten voorstellen kunnen worden gedaan om een referendum te starten. SP-Fractievoorzitter Remine Alberts: "Wij willen twee verzoekfases in plaats van drie, we halveren de benodigde stemmen om een definitief verzoek in te dienen, we willen onderzocht hebben of het stemmen en het indienen van een verzoek niet digitaal zou kunnen en ten slotte zouden statenleden ook met een referendumvoorstel moeten kunnen komen. En om het helemaal rechtvaardig en eerlijk te maken willen we dat beide partijen, de voor- en tegenstanders over een gelijk budget beschikken en dezelfde media-aandacht krijgen."

-----------------

Het initiatiefvoorstel: Representatieve democratie aangevuld

Inleiding:
De representatieve democratie die we in Noord-Holland kennen, is een groot goed, maar vertoont de laatste tijd enkele haarscheurtjes.
Over belangrijke onderwerpen met ingrijpende gevolgen voor de Noord-Hollandse burgers, die niet in verkiezingsprogramma’s zijn besproken, worden door het provinciale bestuur besluiten genomen, zonder dat genoemde burgers hebben kunnen meebeslissen.
Een onderwerp kan dus gedragen worden door een meerderheid in de Staten, maar heel veel weerstand oproepen onder de burgers. Een goed voorbeeld hiervan zijn de plannen van minister Plasterk van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties om de provincie Noord-Holland te fuseren met Flevoland en Utrecht.
Het negeren van dergelijke weerstand is niet alleen onrechtvaardig, maar ook onwerkbaar, aangezien draagvlak voor provinciale plannen van wezenlijk belang is voor de verwezenlijking van deze plannen: het provinciale bestuur zit er vóór en dóór de Noord-Hollander.
Om bovengenoemde haarscheurtjes te dichten, zodat de representatieve democratie ten volle kan worden benut, willen initiatiefnemers dat de nu geldende Referendumverordening (in vervolg “Verordening”) in Noord-Holland op een aantal punten wordt gewijzigd en uitgebreid.

Drempels referendumverzoek omlaag:
Burgers hebben in de huidige Verordening al mogelijkheden om een raadgevend referendum aan te vragen. Initiatiefnemers zijn echter van mening dat de voorwaarden te beperkend werken om dit instrument ten volle te kunnen benutten en stellen dan ook voor om:
- het aantal van drie verzoekfases (verkennend, inleidend en definitief) te verminderen naar twee fases, waarbij de verkennende fase wordt geschrapt; het inleidende verzoek wordt daarmee de eerste verzoekfase;

- het aantal benodigde stemmen (momenteel 73.046 ) dat nodig is om een definitief verzoek in te dienen te halveren;

- het aantal stemmen dat noodzakelijk is om een inleidend verzoek in te dienen (18.261), mee te laten tellen bij het indienen van een definitief verzoek;

- mogelijkheden te laten onderzoeken om digitaal stemmen toe te passen, waardoor Noord-Hollanders niet meer naar het gemeente- of provinciehuis hoeven te komen om te stemmen (op dit punt zal verderop uitgebreider worden ingegaan).

Aangescherpt raadgevend én raadplegend referendum:
De Verordening voorziet momenteel alleen in een raadgevend referendum, waarbij burgers een verzoek kunnen indienen voor het houden van een referendum. Initiatiefnemers vinden dat er ook ruimte moet worden geschapen in de Verordening om te komen tot een raadplegend referendum, ofwel dat 1 of meerdere Statenleden ook een verzoek kunnen indienen waarover Provinciale Staten dan een besluit nemen. Hiertoe zal een aanvullend artikel in de Verordening worden voorgesteld.

Organisatie referendum + kosten:
Initiatiefnemers zijn van mening dat het houden van referenda niet moet resulteren in onnodige druk op de provinciale organisatie en financiën.
Wat de exacte kosten voor het houden en organiseren van een referendum zijn, is moeilijk in te schatten, maar door het aantal verzoekfases te verkleinen van 3 naar 2 en het verminderen van de benodigde handtekeningen voor de verzoekfases, zal de provinciale organisatie waarschijnlijk minder werkzaamheden hoeven te verrichten m.b.t. het behandelen van het verzoek.

Initiatiefnemers zijn wel van mening dat vanuit de provinciale organisatie, onder voorwaarden, minimale middelen moeten worden vrijgemaakt om ondersteuning en begeleiding te verlenen aan verzoekers van een referendum. Dit om de kwaliteit van het verzoek te waarborgen en het maximale uit het referenduminstrument te halen.
Tevens zijn initiatiefnemers van mening dat er een beperkt budget beschikbaar moet zijn in de periode tussen het besluit om een referendum te houden en de stemdag, voor zowel de voor- als tegenstanders van het referendumonderwerp. Het budget dient voor beide kampen gelijk te zijn, dit om te komen tot een “level-playing-field”. Aanvullend zou ook gedacht kunnen worden aan het maken van een speciale referendumkrant, al dan niet in samenwerking met bestaande lokale kranten, die een relevante oplage hebben. In een dergelijke referendumkrant is evenveel ruimte gereserveerd voor zowel de voor- als tegenstanders van het referendumonderwerp.
Bovenstaande moet worden geregeld in een aanvullend op te nemen artikel in de Verordening.

Om de kosten voor zowel de Noord-Hollandse gemeenten en de provincie beperkt te houden in de verzoekfases en bij de uitvoer van een referendum, zou serieus gekeken moeten worden naar de mogelijkheden van digitaal stemmen. De afgelopen jaren zijn er talrijke stemmingen in het land geweest die digitaal hebben plaatsgevonden. Een voorbeeld hiervan is de Rotterdamse deelgemeente Delfshaven, waar medio 2011 een digitaal referendum plaatsvond over eventuele invoering van betaald parkeren . Echter, niet iedere Noord-Hollander heeft internet of de handigheid digitaal te participeren, dus moeten er ook minimale voorzieningen worden getroffen voor deze groep mensen.

Vanwege onder andere de grotere schaal van dergelijke stemmingen bij een eventueel Noord-Hollands referendum, vinden initiatiefnemers het momenteel te vroeg om dit nu al gedetailleerd in de Verordening op te nemen, maar verzoeken het College wel mogelijkheden van digitaal stemmen en ondertekenen (met gebruik van onder andere DigiD) bij het houden van referenda en de financiële gevolgen van een dergelijke manier van stemmen (in vergelijking tot een scenario “huidige stijl”) te gaan onderzoeken en de Staten hierover op korte termijn te informeren. Hierbij moet ook gekeken worden of het bij digitaal stemmen technisch mogelijk is om dit anoniem te doen.

Besluit:

Gedeputeerde Staten op te dragen op basis van het hierboven gestelde:

A. Onderzoek te doen naar de technische mogelijkheden en financiële gevolgen van digitaal stemmen tijdens een referendum en ondertekenen van het inleidend en definitief verzoek, waarbij het gebruik van DigiD wordt meegenomen, rekening wordt gehouden met anoniem kunnen stemmen en de financiële gevolgen worden vergeleken met een scenario dat uitgaat van een referendum “huidige stijl”, en hier Provinciale Staten voor het Zomerreces over te berichten.

B. De volgende wijzigingen door te voeren in de Referendumverordening Noord-Holland 1997:

1. Een nieuw Artikel 4 in te voegen met onderstaande inhoud (alle Artikelen die volgen na dit nieuwe Artikel 4, zullen vernummerd worden):

1. Provinciale Staten kunnen besluiten tot het houden van een referendum als bedoeld in
artikel 3 voor zover het een besluit betreft dat nog door Provinciale Staten genomen dient te
worden.

2. Een besluit als bedoeld in het eerste lid wordt genomen op basis van een schriftelijk voorstel
van één of meerdere leden van Provinciale Staten.

3. Een voorstel als bedoeld in het tweede lid dient tenminste tien dagen voor de
Statenvergadering waarin het nemen van het aan het referendum te onderwerpen besluit
geagendeerd is te worden ingediend.

2. Artikel 4, lid 1, van de Verordening (in voorstel Artikel 5, lid 1) in zijn geheel te schrappen

3. Artikel 4, lid 2, van de Verordening te herschrijven tot Artikel 5, lid 2 met als inhoud:

“Kiezers doen een inleidend en definitief verzoek als bedoeld in de artikel 5, lid 1 en artikel 6, lid 1 door het plaatsen van hun handtekening op een daarvoor bestemde door de provincie te verstrekken lijst. De lijsten bedoeld voor het inleidend en definitief verzoek kunnen digitaal worden getekend of op het provinciehuis en de gemeentehuizen van Noord-Holland.”

4. Artikel 4, lid 4, van de Verordening (in Voorstel Artikel 5, lid 4) in zijn geheel te schrappen

5. Artikel 6, lid 1, van de Verordening te herschrijven tot Artikel 7, lid 1 met als inhoud:

“Een definitief verzoek moet worden ingediend uiterlijk zes weken na de inwilliging van het inleidende verzoek, door een aantal kiezers dat ten minste gelijk is aan het aantal kiesgerechtigden, gedeeld door het aantal zetels van provinciale staten en verminderd met de benodigde stemmen voor een inleidend verzoek.”

6. Een nieuw Artikel 7 in te voegen met onderstaande inhoud (alle Artikelen die volgen na dit nieuwe Artikel 7, zullen vernummerd worden):

1. Bij het besluit tot het houden van een referendum stellen Gedeputeerde Staten een beperkt
budget beschikbaar voor begeleiding en eventueel advies door de Statengriffie aan verzoekers
van het raadplegend referendum.

2. Aan verzoekers van het referendum en eventueel daaraan gelieerde belangengroeperingen
wordt een beperkt campagnebudget of subsidie verleend, dat onder voorwaarden kan worden
gebruikt in de periode tussen het besluit tot het houden van een referendum en de kiesdag en
dat voor zowel voor- als tegenstanders even groot is.

3. In de periode tussen het besluit tot het houden van een referendum en de kiesdag, zal een
speciale referendumkrant worden gemaakt, al dan niet in overleg met bestaande lokale kranten
met een relevante oplage, waarin zowel voor- als tegenstanders evenveel ruimte krijgen om
hun standpunt naar voren te brengen.

4. Wanneer verzoekers zich in een georganiseerd verband hebben verenigd, ontvangt dit
verband ambtelijke begeleiding van de Statengriffie gedurende het proces dat gelegen is tussen
de indiening van het inleidend verzoek tot en met het besluit van Provinciale Staten ten
aanzien van het definitieve verzoek.

U bent hier