Met oogkleppen op de tunnel in
Met oogkleppen op de tunnel in
De bespreking van het rapport over de tunnelvisie voor de Zuidtangent had een behoorlijk aantal fracties last van de spreekwoordelijke tunnelvisie. Alleen bij de fracties van SP, D66 en ChristenUnie-SGP leek nog enig realiteitsbesef aanwezig.
Een tunnelvisie laat zich in algemene termen als volgt omschrijven: er is geen geld voor belangrijke alledaagse zaken die voor gewone mensen van belang zijn, maar er zijn wel miljoenen beschikbaar voor megalomane geldverslindende projecten die vooral goed zijn voor de portemonnee van grote bedrijven en aandeelhouders. In dit concrete geval is de situatie als volgt. Als een peperdure bustunnel leidt tot het opheffen of inkorten van bestaande buslijnen en het aantasten van de fijnmazigheid van het bovengrondse openbaar vervoer, dan moet men toch nog eens heel goed nadenken alvorens blindelings mee te gaan met alle hallelujaverhalen die over die tunnel verteld worden. De provincie heeft er geen geld voor over om in de dunner bevolkte gebieden in Noord-Holland één keer per uur een bus te laten rijden, maar het uitgeven van 500 tot 800 miljoen euro gemeenschapsgeld aan een bustunnel is blijkbaar geen enkel probleem voor de meeste fracties.
De SP kiest voor goedkoop openbaar vervoer voor gewone mensen, niet voor prestigeprojecten van gedeputeerden, wethouders en bouwbedrijven. Waar het in eerste opzet een eenvoudige tunnel zou worden onder het Spaarne, is nu sprake van een veel uitgebreider plan met navenant hogere kosten. In de vorige statenperiode heeft toenmalig SP-fractievoorzitter Mienk Graatsma over deze tunnel gezegd dat een goede communicatie tussen brugwachter en chauffeurs al enig soelaas zou bieden voor een goede doorstroming door de stad. Met deze nieuwe tunnelvisie zullen opnieuw veel lijnen sneuvelen, alleen maar om die tunnel mogelijk te maken.
Een duidelijk antwoord op vragen van Bert Putters was er niet. Toen hij opmerkte dat 100 miljoen euro provinciegeld wel erg veel geld was voor een al uitstekend (hoogwaardig) openbaar vervoer in deze regio en dat dit geld een welkome bijdrage zou zijn voor Noord-Holland Noord en – in een verspreking – voor West-Friesland in het bijzonder, viel hem hoongelach ten deel. Putters: “De SP-fractie zit niet alleen voor de gemeente Haarlem in de staten van Noord-Holland, maar ook voor de rest van de provincie.” Dit verklaart ook waarom de Haarlemse gemeenteraadsfractie van de SP positief staat tegenover de tunnelvisie. De gemeente Haarlem gaat te gemakkelijk voorbij aan het nadeel voor de regionale busreizigers, die straks worden geconfronteerd met weer een extra overstap. Extra overstappen is vaak een crime voor menige reiziger. Ook nu al moet men vaak tien tot vijftien minuten wachten op de Zuidtangent vanuit Amsterdam richting Haarlem station, terwijl in de dienstregeling staat dat elke zes minuten een bus rijdt. Hierdoor missen reizigers hun aansluitende trein.
Harald Bos kreeg geen reactie op de aanzienlijke kosten die het zwartrijden in voertuigen met een open instapregime. Deze kosten bedragen volgens onze eigen (behoudende) berekening meer dan 2 miljoen euro op jaarbasis bij de voorspelde reizigersaantallen. Bos: “De vraag of deze gederfde inkomsten ook deel uitmaken van het financiële plaatje werd door de gedeputeerde niet beantwoord.”
Ook deze keer kreeg de SP weinig steun van GroenLinks. Die partij roept in verkiezingsdebatten graag “dat de SP tegen extra geld voor openbaar vervoer is” terwijl zij het vervoersbeleid van een VVD-gedeputeerde (inclusief veel extra asfalt) al vijf jaar volgzaam steunt. Als de SP voorstelt om het autoverkeer naar en in Haarlem te verminderen zodat deze dure bustunnel niet nodig hoeft te zijn, krijgen wij voor dit alternatief geen steun van GroenLinks. In de Tweede Kamer strijdt GroenLinks vaak zij aan zij met de SP, maar in de staten van Noord-Holland laat zij het jammer genoeg te vaak afweten. Of zoals een toehoorder het verwoordde: “GroenLinks portretteert zich als een echte yuppenpartij voor de Amsterdamse grachtengordel”. De SP laat tijdens de zittingsperiode van zich horen bij talrijke landelijke, provinciale en gemeentelijke buitenparlementaire acties.
Tenslotte nog dit: of de minister meegaat met de tunnelvisie – en de daarbij behorende stuivers uit de rijksbegroting – is nog maar de vraag. Het lijkt er elke keer weer op dat er een extern bureau op het toneel verschijnt en dat er een bouwgigant klaar staat om de klus uit te voeren. Hoe zat het ook weer met de bouwfraude?