h

Wat doen statenleden zichzelf aan?

23 januari 2008

Wat doen statenleden zichzelf aan?

“Wat doen statenleden zichzelf aan?” Met deze zin begint een stukje op het weblog van de commissaris van de koningin Harry Borghouts. Het gaat over de statenvragen die de SP tot twee keer toe gesteld heeft over het aantal ritten op de Zuidtangent, buslijn 300 tussen Haarlem en Amsterdam Bijlmer. In plaats van serieus in te gaan op de reden waarom de SP die vragen stelt, maakt Borghouts de zaak een beetje belachelijk. Uit zijn reactie blijkt bovendien dat hij niet eens weet wat er precies aan de hand is.

De SP stelde tot twee keer toe statenvragen over de claim van het college dat de openbare aanbesteding (marktwerking) van het openbaar vervoer geleid heeft tot 60% meer ritten op de Zuidtangent. Uit rekenwerk van de SP bleek dat er slechts sprake is van een toename van ongeveer 20%. Het college stelt de zaken dus mooier voor dan ze in werkelijkheid zijn. De marktwerking heeft niet zoveel opgeleverd als het college de inwoners van Noord-Holland graag wil laten geloven.

De SP vindt dat een goed openbaar vervoer zich niet verdraagt met marktwerking. Marktwerking leidt tot korte termijnsuccessen, terwijl over veel nadelen (zoals de arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden van het personeel) niet gepraat mag worden. Maar ook het opheffen van buslijnen in minder dicht bevolkte gebieden, zoals Noord-Holland Noord, kan een gevolg zijn van marktwerking in het openbaar vervoer.

Uit de statenvragen van de SP en uit de antwoorden die het college eerder op vragen van Gohdar Massom (PvdA) gegeven heeft, blijkt duidelijk dat het alléén om lijn 300 gaat. Dus niet om de nieuwe lijn 310, die sinds 9 december rijdt tussen Nieuw-Vennep en Amsterdam Zuid. Toch betrekt het college in de beantwoording van de eerste serie vragen van de SP ook de ritten van lijn 310. In onze tweede serie vragen komen wij hierop terug, maar in de antwoorden rekent het college toch wéér de ritten van lijn 310 mee.

Alle aanleiding dus, volgens de SP, voor de commissaris om een kritisch stukje op zijn weblog te schrijven over de manier waarop zijn collega Cornelis Mooij (de VVD-gedeputeerde voor verkeer en vervoer) statenvragen beantwoordt. Helaas doet Borghouts dat niet, maar klaagt hij over de grote hoeveelheid papier die de beantwoording kost. Harald Bos: “Dat verbaast mij niet, omdat het college ook de volledige dienstregelingtabellen van lijn 310 gekopieerd heeft. Ik heb alleen naar het aantal ritten op lijn 300 gevraagd. Het door de commissaris berekende aantal bladzijden had dus zo al ongeveer de helft minder gekund.”

Bovendien zijn de tabellen zeer groot gekopieerd. Er had makkelijk twee keer zoveel informatie op één pagina gekund. Dan was weer de helft papier minder nodig geweest. In plaats van 2000 pagina’s waren er dan slechts ongeveer 500 nodig geweest. En als het college de eerste serie vragen meteen goed beantwoord had, waren er nu nul pagina’s nodig geweest, want dan hadden wij de tweede serie vragen helemaal niet hoeven te stellen. De SP vindt het prima dat GroenLinkser Borghouts zich druk maakt om het papiergebruik, maar dan moet hij er wel voor zorgen dat geen ongevraagde antwoorden op niet gestelde vragen gegeven worden.

Harald Bos: “Nog liever zie ik dat Borghouts zich druk maakt om de kwaliteit van de antwoorden die statenleden krijgen. Nog steeds poetst de provincie Noord-Holland haar prestaties op het gebied van het openbaar vervoer op. Het aantal ritten op lijn 300 is gestegen van acht naar tien ritten per uur en niet van zes naar tien, zoals het college beweert.” Misschien helpt het als de commissaris en zijn gedeputeerden wat vaker met bus 300 reizen in plaats van met de Mercedessen die zij als dienstauto ter beschikking hebben?

U bent hier