h

Schatrijk Noord-Holland schrapt ontwikkelingshulp

3 juli 2007

Schatrijk Noord-Holland schrapt ontwikkelingshulp

Het nieuwe college van VVD, PvdA, CDA en GroenLinks heeft in zijn collegeprogramma aangekondigd de jaarlijkse uitgaven van € 500.000 voor ontwikkelingssamenwerking om te buigen naar incidentele hulpverlening bij rampen (noodhulp). Hoe het college de invulling daarvan ziet, daarover heeft de SP schriftelijke vragen aan gedeputeerde staten gesteld.

Ontwikkelingssamenwerking is een bestendigere manier om internationale solidariteit vorm te geven dan noodhulp. Daarom vroegen wij waarom het college het beleid verandert van ontwikkelingssamenwerking naar noodhulp. Wij vroegen ons ook af wat er met het gereserveerde geld gebeurt als in een bepaald jaar geen uitgaven voor noodhulp zijn gedaan: vervalt het bedrag dan (aan de algemene middelen) of blijft het geld ook in het volgende jaar voor noodhulp gereserveerd?

Op het moment dat wij onze vragen stelden, waren wij nog in de veronderstelling dat er net als voorheen jaarlijks € 500.000 voor internationale samenwerking op de begroting staat. Bij de beantwoording van de vragen door gedeputeerde staten bleek echter dat het hele bedrag van de begroting is verwijderd. Eenvoudig gezegd: een ordinaire bezuiniging van dit college. En dat terwijl Noord-Holland, als schatrijke provincie, bulkt van het geld. Als reden voert het college aan dat ontwikkelingssamenwerking/noodhulp geen “primaire taak” van de provincie is.

Dit is een wel heel zwakke argumentatie. De Provinciewet kent het provinciebestuur immers een “open huishouding” toe. Dat betekent dat de provincie alles mag doen wat zij nodig vindt; alles wat zij doet kan als primaire taak aangemerkt worden. Dat dit college er niet voor kiest om geld over te hebben voor mensen op deze wereld die het minder goed getroffen hebben dan wij, vindt de SP zeer kwalijk. Met twee PvdA-ers en twee GroenLinksers in het college verwachtten wij dergelijke keuzes niet. De vraag waarom ontwikkelingshulp de afgelopen jaren dan eigenlijk wel deel uitmaakte van het provinciale beleid beantwoorden gedeputeerde staten wijselijk niet.

Overigens was de SP ten tijde van het invoeren van ontwikkelingssamenwerking in Noord-Holland geen voorstander van de versnipperde inzet van geld. Wij vonden dat het geld beter gebundeld op landelijk niveau ingezet kon worden. Nu op provinciaal niveau ontwikkelingshulp eenmaal is ingevoerd, vindt de SP dat dit niet afgeschaft moet worden, als het alleen maar om een bezuinigingsmaatregel gaat.

U bent hier