h

Handelt provincie 'hufterig'; oordeel zelf

6 december 2006

Handelt provincie 'hufterig'; oordeel zelf

Tijdens de algemene beschouwingen van oktober 2006 bestempelde de SP de manier waarop de provincie de reorganisatie van het personeel gestalte geeft als hufterig. Tegen dat woord werd toen door anderen bezwaar gemaakt. Het woord mocht ook niet in de notulen van de statenvergadering worden opgenomen. Maar daarmee verander je het feit nog niet. Inmiddels zijn we een paar weken verder. Er zijn nieuwe ontwikkelingen wat betreft de reorganisatie. Of eigenlijk niet nieuw, want toon en manier zijn hetzelfde: hufterig. Oordeel zelf.

Per 1 februari 2006 heeft de provincie in het kader van de reorganisatie een groot aantal medewerkers boventallig verklaard terwijl er nog ruim 200 vacatures niet waren ingevuld . Een deel van de boventalligen heeft tegen het besluit tot boventalligheid een bezwaarschrift ingediend.
Inmiddels heeft de bezwarencommissie personeelsbesluiten aan het college diverse adviezen over de ingediende bezwaarschriften verstrekt. De adviezen van de bezwarencommissie personeelsbesluiten zijn eenduidig: het college heeft geen onderzoek gedaan naar de passendheid van de betrokken medewerkers. De commissie adviseert in alle gevallen om alsnog dat onderzoek te laten plaatsvinden. De provincie (het college) meent echter contrair te moeten gaan en beschikt dan ook afwijzend op de bezwaren met als argument dat de commissie het plaatsingsproces niet begrijpt.

Uit de organisatie bereiken de SP ook berichten dat voor medewerkers, die naar de mening van de provincie niet geschikt zijn voor hun functie, niet naar een nadere functie wordt gezocht maar dat bij hen direct wordt aangestuurd op ontslag. Zowel ten aanzien van deze medewerkers als voor de nu nog boventalligen duidt de jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep op een geheel andere richting, een richting die de provinciale bezwarencommissie personeelsbesluiten wèl volgt. De Centrale Raad van Beroep stelt namelijk dat in het kader van het herplaatsingsonderzoek niet de vraag centraal staat of de betrokkene geschikt is voor een functie maar of deze passend voor hem is. Is dat het geval dan kan het plaatsingsproces en zelfs een afwijzing bij een eventuele sollicitatie geen stand houden en is het bestuursorgaan niet bevoegd tot ontslagverlening.

Kortom: de provincie houdt zich niet aan wetten, regels en adviezen. De provincie doet maar en de boventallig verklaarde werknemer (vaak al jaren in dienst van de provincie) heeft het nakijken. Is dat niet hufterig? De SP heeft schriftelijke vragen gesteld over de nieuwst bekende feiten.

Schriftelijke vragen over plaatsing van medewerkers waarvoor ontslag dreigt

U bent hier