De provincie is stinkend rijk
De provincie is stinkend rijk
Registeraccountant Leo Verhoef voert al jaren een gevecht tegen de manier waarop overheden (gemeente, provincie, rijk) hun rekeningen presenteren aan de bevolking en de volksvertegenwoordigers. Volgens Verhoef presenteert de overheid standaard een lager bedrag reserve dan de overheid werkelijk in kas heeft. Volksvertegenwoordigers, zoals statenleden, weten daardoor niet goed wat er werkelijk nog vrij in de kas zit, geld waarvoor zij dan weer voorstellen zouden kunnen doen zoals extra geld voor pleegouderorganisaties.
Tot nu toe krijgt een statenlid altijd te horen: u heeft geen dekking. Verhoef toont aan dat dat antwoord feitelijk onzin is en pleit dan ook voor een andere manier van boekhouden bij de overheid. Tot voor kort vocht Verhoef tegen de bierkaai. Maar vorige week kreeg hij opeens bijval van de Amsterdamse rekenkamer. Volgens de rekenkamer heeft Verhoef gelijk en heeft de gemeente niet 46 miljoen reserve, maar 200 en nog wat. Dat is nogal een verschil.
De provincie behandelt op 3 juli de jaarrekening. Later dan gebruikelijk omdat er problemen zijn met de accountantsverklaring. Hoe dat ook zij, SP heeft Verhoef de provinciale jaarrekening gevraagd te bekijken. Wat blijkt, net als Amsterdam heeft ook de provincie feitelijk veel meer geld in kas, dan in de jaarrekening als eindresultaat wordt genoemd. Ofwel, de provincie is niet gewoon maar rijk, maar de provincie is stinkend rijk, alle tegenwerpingen van gedeputeerde Hooijmaijers ten spijt. Dat ‘teveel’ moet de provincie in sociale projecten steken, vindt de SP, zoals een goed openbaar vervoer, een gesmeerd lopende jeugdzorg, meer stageplekken voor (allochtone) jongeren en zo voort.
