h

Provincie wil af van steunfunctie-instellingen

10 juni 2005

Provincie wil af van steunfunctie-instellingen

De steunfunctie-instellingen krijgen de komende herfst zwaar weer. De provinciale instellingen verrichten van oudsher allerlei hand- en spandiensten op het gebied van zorg, welzijn, sport en cultuur. De provincie stelt voor de subsidieaanvragen voor projecten op dit gebied voor iedereen open te stellen. Niet dus alleen voor de steunfunctie-instellingen, zoals dat vroeger was.

De provincie heeft hiervoor twee redenen. Ten eerste wil men af van de gedwongen winkelnering, zoals de CDA het formuleerde. En de tweede reden: al het geld dat naar een organisatie gaat en niet naar een project zou zonde zijn van het geld. De SP kan de motivatie hierachter niet logisch vinden. Een provinciale instelling links laten liggen, terwijl die met eigen geld is opgezet. Dat is dan niet zonde?! En: een project is nooit goed op zichzelf, de organisatie die er achter staat, is bepalend voor de kwaliteit en de uitvoering.

In 2000 werd in de Staten het idee geboren 20 % van de projectsubsidies van de steunfunctie-instellingen op te laten vullen met ideeën uit de Staten. De SP leek het een goed idee. Dan konden immers ook projecten die wij van belang vonden, worden voorgedragen. Echter, de praktijk bleek anders. De maatregel bleek op de steunfunctie-instellingen over te komen als een bezuiniging. Door de onzekerheid of voor de invulling van de 20% projecten van de eigen instelling zouden worden afgenomen of niet, kwam het hele personeelsbeleid van de instelling onder druk te staan. De ene steunfunctie-instelling bleek daar beter op te kunnen reageren dan de ander. FSM, de steunfunctie-instelling voor minderheden, is zo’n instelling die het niet rooide en deze staat nu onder scherp toezicht van de provincie. Het is goed er nog eens op te wijzen wat de oorzaak is van de problematiek: dit onbedoelde neveneffect van het ideetje uit 2000.

De SP heeft deze problemen tussen toen en nu meer dan eens aangekaart. Immers, dit resultaat, al deze ellende bij de instellingen, was niet de bedoeling van het in 2000 in de commissie zo onschuldig geopperde plan. Het ging niet om bezuiniging, het ging om meer inbreng op onderwerpgebied. Dat was hetgeen werd gevraagd.

De provincie echter geeft geen krimp en gaat door op de ingeslagen weg. Het voorstel om de subsidie van de 20% nu ook open te stellen voor andere instellingen, zegt de gedeputeerde, vloeit voort uit dat voorstel van 2000. Helemaal niet, zegt de SP. Dat vroegen wíj althans niet. Het is toen zo niet geformuleerd.

Afgelopen woensdag bij de voorbespreking van het voorstel in de Commissie was er een inspreker van Sportservice, een van de steunfunctie-instellingen. Hij sprak namens alle instellingen en hij zei: dit voorstel is de laatste ruk aan de strop om onze hals. Wij zijn sinds 2000 in de problemen. Wij houden ons hoofd nog maar net boven water. Maar op deze wijze zinken we onherroepelijk. Geen van de Commissieleden, dan de SP, de Ouderenbonden en een beetje D66, ging vervolgens in op het door Sportservice ingebrachte probleem. Het is van twee dingen een,vindt de SP: of je wilt af van de steunfunctie-instellingen, maar dat zeg je dan open en eerlijk. Of je wilt ze houden, maar dan help je ze ook als er problemen zijn. Het negeren van het probleem van de instellingen door de andere fracties en het antwoord van de gedeputeerde: ik voer alleen maar uit wat al besloten is, duidt er op dat de meerderheid in de Staten inderdaad van de instellingen af wil, maar dat niet durft te zeggen.

Deze behandeling van de steunfunctie-instellingen, het steels ontmantelen ervan, vindt de SP onaanvaardbaar. In de Staten van 4 juli zal de SP een motie indienen waarin wij vragen de projectsubsidie voor de steunfunctie-instellingen te bewaren.

U bent hier