h

Er is behoefte aan goed streekvervoer

15 juni 2005

Er is behoefte aan goed streekvervoer

De SP vindt dat stations met het Openbaar Vervoer te bereiken moeten zijn. In West-Friesland is dat veelal niet het geval en de gemeentebesturen klagen er over. De gedeputeerde daarentegen zegt dat er geen behoefte is aan goed openbaar vervoer.

De gedeputeerde vindt dat iedereen in West-Friesland een auto of fiets heeft en dat openbaar niet lonend is. De SP vindt dit antwoord te gemakkelijk, bovendien geloven we het niet. Hoezo geen behoefte en iedereen een auto. De SP gaat daarom op 27 juni aanstaande enquêteren op de stations in West-Friesland. Ook Tweede Kamerlid Arda Gerkens zal een deel van de dag aanwezig zijn. De resultaten worden voorgelegd aan de gedeputeerde. En dan moet hij het wel geloven.

De gedeputeerde denkt dat hij een man van de praktijk is. Maar de SP heeft een ex-machinist in de fractie en tevens een buschauffeur, terwijl de gedeputeerde van huis uit historicus is. Wat nou praktijk?! Ter illustratie onderaan deze pagina een dialoog die zich afgelopen 9 mei ontspinde in de statenzaal tussen SP-er Bert Putters (machinist en statenlid) en gedeputeerde Mooij.

Onderwerp van gesprek was het idee van de SP om buurtbuslijnen die succesvol zijn om te zetten in een reguliere lijn. De SP deed dat voorstel naar aanleiding van een voorstel van Gedeputeerde Staten een paar buurtbusprojecten te financieren. De SP vindt buurtbussen prima, maar het mag niet een excuus zijn om het reguliere openbaar vervoer te verslechteren. De buurtbus is altijd bedoeld als een bus voor erbij, voor extra, en dat moet hij blijven.

De dialoog:

De heer Mooij (lid van gedeputeerde staten): Ik weet dat de heer Putters ideologisch daarover met mij van mening verschilt. Kennelijk telt voor hem de praktijk minder. Maar het werkt wel. Op sommige plekken wordt de vraag naar openbaar vervoer niet ingevuld.

De heer Putters (SP): Voorzitter. Ik ben juist een praktijkman.

De heer Mooij (lid van gedeputeerde staten): Dat zou je niet zeggen.

De heer Putters (SP): Als er zoveel fietsen en auto's bij station Hoogkarspel staan, dan is er behoefte aan openbaar vervoer naar het station. Dat is er niet. U moet dat met mij eens zijn. Dat is de praktijk, mijnheer Mooij.

De heer Mooij (lid van gedeputeerde staten): Wat u zegt, is onzin. Het feit dat er zoveel auto's en fietsen staan, zegt helemaal niets. De busondernemers willen met de concessies geld verdienen. Zij kijken waar de grootste vervoersstromen zijn. Zij slaan daar niet zomaar een slag naar, want daarvoor zijn zij veel te professioneel. Bovendien hebben zij chauffeurs in dienst waar zo nu en dan ook naar wordt geluisterd.

De heer Graatsma (SP): Ik ben ook van de praktijk, maar wat u zegt is onzin, want er wordt niet naar de chauffeurs geluisterd. (Graatsma is buschauffeur bij Connexxion)

De heer Mooij (lid van gedeputeerde staten): Het komt erop neer dat er gebieden overblijven waar geen bus rijdt en waar het aanbod dus zeer gering is, maar toch zodanig dat zij binnen de door ons gestelde normen voor buurtbusprojecten vallen. Daarin voorziet deze regeling. Wij moeten het niet omdraaien. De kern van het openbaarvervoerbeleid is niet de buurtbus.

De heer Putters (SP): Dat heb ik niet gezegd. Ik heb alleen gezegd dat er een hengeltje uitgegooid moet worden, een dobbertje in het water en dat dan een vis gevangen kan worden. De buurtbus is het dobbertje in het water. Eventueel kan een vervoerder de vis er uithalen, in dit geval Connexxion. Gekeken moet worden waar er behoefte is aan bepaalde vervoersstromen, niet meer en niet minder. Ik denk dat de gedeputeerde mij niet heeft begrepen.

De voorzitter: Ik begrijp dat de discussie in de commissie zal worden voortgezet. Aan het eind van de vergadering zal over de motie (van de SP over het omzetten van goede buurtbuslijnen in reguliere lijnen) en de voordracht worden gestemd.

De motie, met alleen de steun van de fractie van de SP, werd verworpen.

Buurtbus is geen vervanging regulier vervoer

U bent hier