Statenleden in nep-dialoog met bevolking
Statenleden in nep-dialoog met bevolking
Tussen nu en 2007 maakt de provincie 95 miljoen extra geld vrij voor projecten in de zorg en de cultuur. Twee maanden terug, in december 2004, presenteerde de provincie een aantal ideeën en mogelijke projecten voor deze zogenaamde extra investeringsimpuls. De PvdA bij monde van Marleen Barth vond dat de Staten geen beslissing konden nemen zonder ‘het volk’ gehoord te hebben, er was immers veel geld mee gemoeid. Er werd een motie ingediend waarin de provincie verzocht werd een dialoog met ‘het volk’ te organiseren. Op zich een mooi streven, ware het niet dat politieke partijen dat toch zelf kunnen organiseren. Of staan de verschillende fracties dan niet dagelijks op straat te praten met ‘het volk’, is er geen band met het Noord-Holland dat ze vertegenwoordigen? Kennelijk niet.
Staande de vergadering in december werd de motie nog eens aangepast. De aanpassing betrof het gewicht dat het resultaat van de ‘dialoog’ bij de uiteindelijke besluitvorming zou krijgen: Provinciale Staten had een eigen verantwoordelijkheid en hield zich het recht voor zelfstandig een besluit te nemen. Met andere woorden: burger, ik wil u wel horen, maar als puntje bij paaltje komt ben ik eventueel zo vrij niets met uw wensen te doen. De SP heeft in december om die reden als enige van de fracties tegen de motie gestemd.
Woensdag 2 maart werden de eerste voorbereidingen voor de ‘dialoog’ aan de Commissieleden Sociale Infrastructuur gepresenteerd. Wat bleek: alle partijen die in december de dialoog nog zo aanbeden hadden, begrepen inmiddels dat er voor de burger eigenlijk wel heel weinig, helemaal niets, te halen was, vooral nu bleek dat er feitelijk alleen gerichte uitnodigingen naar instellingen en plaatselijke overheden zouden worden verstuurd. Het liefst had men de motie, deze wassen neus ter waarde van 13.000 €, maar gewoon weer ingeslikt. Maar dat kan procedureel weer niet en betekent ook gezichtsverlies, dus die dialoog komt er koste wat kost. Wederom een jaarsalaris van een minima dat door de Staten wordt verbrast.