De groene droom van landbouwsubsidies: Belastinggeld voor nepnatuur en giftige oogsten
De groene droom van landbouwsubsidies: Belastinggeld voor nepnatuur en giftige oogsten
In een wereld waar de bescherming van natuur en gezondheid steeds belangrijker zijn, lijkt het ironisch dat belastinggeld wordt gebruikt om landbouwsubsidies te financieren die vaak meer schade dan goed doen. Neem bijvoorbeeld de subsidies die boeren ontvangen voor het creëren van "natuur" op hun bedrijven. Het klinkt misschien als een stap de goede richting op, maar in werkelijkheid resulteert dit vaak in wat ik graag 'nepnatuur' noem. Deze zogenaamde natuur op boerderijen heeft vaak weinig echte natuurwaarde, maar wordt eerder gemaakt om aan de subsidieregels te voldoen. En laten we ons afvragen: hoeveel natuurwaarde heeft een bloemenstrookje naast een gifveld? Het is een droevige dans tussen de boeren en de overheid, waarbij belastinggeld wordt gebruikt om een schijn van milieubewustzijn te creëren, zonder werkelijke ecologische voordelen.
En laten we het hebben over de giftige waarheid achter sommige van onze landbouwpraktijken. Terwijl boeren subsidies ontvangen om hun gewassen te verbouwen, wordt een deel van dat geld gebruikt om landbouwgiffen te kopen die niet alleen de gewassen beschermen, maar ook onze gezondheid en het milieu bedreigen. En daarover gesproken, hoe bijzonder is het dat we vanuit subsidies bijvoorbeeld glyfosaat laten kopen, waarna er eiwitrijk engels raaigras gezaaid wordt. Maar dat we ook weer een subsidie afgeven voor de schade van de ganzen die juist aangetrokken raken door dat eiwitrijke gras. Het is een neerwaartse spiraal waarin belastingbetalers indirect betalen voor hun eigen vergiftiging en de moord op diersoorten.
Helaas is niet het enige voorbeeld van bedenkelijke subsidies. Zo krijgen jonge boeren een extra premie. Dat klinkt natuurlijk hartstikke mooi, voor alle jonge boeren die echt anders en meer natuur inclusief willen verbouwen. Maar als je dan kijkt naar de grens, die op 41 jaar oud ligt moet je je afvragen of het echt voor de nieuwe boeren bestemd is. Of dat het een manier is om wederom meer geld richting de landbouw te sturen.
Maar waarom blijven we dit accepteren? Het argument "zonder boeren geen eten" is zeker waar. Maar moeten we zoveel gezondheids- en natuurnadelen accepteren? Zeker wanneer het grootste deel van wat wordt geproduceerd wordt geëxporteerd? Het lijkt erop dat we vastzitten in een systeem waarin de belangen van de industrie boven die van de volksgezondheid en het milieu worden gesteld. En als echt kijkt waar dit geld terecht komt, komt het voor 50% terecht bij de bedrijven die om de boeren heen dansen. Bijvoorbeeld de banken maar ook leveranciers van giffen of zelfs bij de zogenaamde opfokbedrijven.
Het wordt hoog tijd dat we deze kwestie serieus nemen en ons afvragen of de huidige subsidies wel echt in het belang zijn van de samenleving als geheel. Moeten we niet streven naar een landbouwsysteem dat zowel voedselzekerheid als ecologische duurzaamheid bevordert, zonder onze gezondheid en het milieu in gevaar te brengen? Misschien is het tijd om onze prioriteiten opnieuw te bekijken en ervoor te zorgen dat belastinggeld wordt gebruikt voor echte maatschappelijke oplossingen, niet voor het in stand houden van marktproblemen.
- Zie ook:
- Maarten Dijksen
- Land- en tuinbouw
Reactie toevoegen