Noord-Holland

Veelgehoord tijdens deze quarantainedagen: boeken, muziek en films maken het thuiszitten draaglijk. Maar ook het online-aanbod van fysieke cultuurinstellingen mag er wezen. Wat te denken bijvoorbeeld van het Westfries Museum in Hoorn met elke dag nieuw aanbod, waaronder workshops, podcasts en theaterlezingen? Of neem Theater De Omval in Diemen, dat de voorstelling ‘V’ van cabaretier Guido Weijers integraal aanbiedt. Of kijk eens bij Cultuureducatie Amstelland uit Aalsmeer, dat wekelijks tips deelt om thuis met de kids cultureel aan de slag te gaan. Fijn hoor!

Maar wat mij betreft werken deze digitale opties en de ervaringen via het beeldscherm als een etalage. Een etalage die me prikkelt, enthousiasmeert en warm maakt voor het echte werk. Om weer door een museum te kunnen dwalen en verrast te worden of te genieten van een voorstelling of concert. Maar daarvoor moeten deze instellingen en cultuurmakers wel kunnen blijven bestaan. En daar wringt de schoen. Want al mogen musea en theaters straks weer open, het aantal mensen dat ze dan blij kunnen maken met een toegangskaartje – als die dat zelf nog kunnen betalen – is maar zeer beperkt. Kan de exploitatie van tentoonstellingen, projecten en producties dan nog rond komen? Is er ruimte voor experimenten, voor gedurfde performances en ontregelende creaties? Door de bezuinigingen van de laatste jaren hadden culturele instellingen financieel gezien al weinig vet op de botten, en waren ze gedwongen om te drijven op eigen inkomsten. De recente sluiting van het Amsterdamse Tassenmuseum dient als pijnlijk voorbeeld.

Identiteit

In het Coalitieakkoord 2019-2023 ‘Duurzaam doorpakken!’ van het college van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland staat: “In onze cultuur en ons cultureel erfgoed ligt een belangrijk deel van de geschiedenis en identiteit van de Noord-Hollanders. Wij zijn hier trots op en willen dit beschermen en delen.” Het college kan aan die trots nu inhoud geven en dat beschermen en delen tot uitvoer brengen. Door een fonds in te stellen voor corona-hulp aan Noord-Hollandse culturele instellingen, cultuurmakers, en educatie-aanbieders.

Foto: Provincie Noord-Holland / noord-holland.nl

In de ‘rijkspot’ van minister Van Engelshoven voor Cultuur is 30 miljoen beschikbaar voor cruciale instellingen uit de vitale regionale infrastructuur die ondersteuning nodig hebben, zoals podia, musea en filmtheaters. Als voorwaarde hiervoor geldt dat vanuit de betreffende regio meegefinancierd wordt. De provincie Noord-Brabant heeft deze handschoen al opgepakt en een steunpakket samengesteld. Overigens was dit waarschijnlijk een laatste stuiptrekking van het oude Brabantse college van Gedeputeerde Staten, want in de zojuist aangetreden ploeg is er geen portefeuille Cultuur meer te bekennen (wel een portefeuille Erfgoed trouwens), en hetzelfde geldt voor milieu.

De provincie Noord-Holland moet in overleg treden met de steden en de MRA om budget vrij te maken voor dit doel, zodat de cultuur een toekomstperspectief geboden kan worden.