h

Meester, ik kan niet inloggen!

2 april 2020

Meester, ik kan niet inloggen!

Foto: Marcel Lathouwers / SP

Ons land is in de greep van een monster dat Corona heet. Veel mensen vertoeven al weken binnenshuis, gaan alleen voor een boodschap even de straat op en werken thuis. Aan anderen wordt gevraagd om nog even een tandje bij te zetten – de medewerkers in de zorg werken op de toppen van hun kunnen om de vele ernstig zieke landgenoten de beste zorg te geven. Sinds enkele weken weten we dat er beroepen in de ‘vitale sector’ bestaan. Ik hoop dat deze beroepen ook nog ruim ná de crisis zo gewaardeerd zullen worden.

Ook ik oefen, naast mijn politieke functie, een beroep uit in een vitale sector. Als leerkracht op een basisschool moesten wij op maandag 16 maart ook overstappen op een andere manier van lesgeven aan en begeleiden van onze leerlingen. En de school bleef leeg: geen kinderen die ’s ochtends binnendruppelen, geen ouders die hun kleuter afzetten bij het klaslokaal.

Waar we ons nooit echt hadden verdiept in het opzetten van een ‘digitale leeromgeving’ – dat was niet echt nodig, de kinderen waren binnen handbereik – besloten we om ons razendsnel wegwijs te maken in de mogelijkheden van The Cloud. Gelukkig verdween niet alles in de ether, maar kozen we ook voor een tweede stroom. Elk kind kreeg al na een dag een werkmap met daarin werk op papier. Gewoon een werkblad, schrift, werkboekje en een leestekst.  Een twee-sporen-beleid eigenlijk: gebruik van de oude leer- en oefenmiddelen, maar ook op weg naar het nieuwe. Volgens een groeiend deel onderwijskundigen ‘de toekomst van het leren’.

Het was nog een hele toer om onze keuze om deels digitaal te gaan lesgeven ook te voorzien van de juiste instrumenten. Zo was (en is) de wifi op school niet echt heel fantastisch, maar had ook niet elk kind thuis de beschikking over een computer, laptop of tablet. Het duurt ook even voordat je dit in kaart hebt. Kinderen moeten vanuit huis inloggen in “onze cloud” en ook dat is niet altijd even vanzelfsprekend. We besloten om lege plekken in ons netwerk te voorzien van een chromebook, een kindvriendelijke, kleine laptop die we normaalgesproken op school gebruiken. Elk kind een inlogcode, elk kind een eigen wachtwoord.

Inmiddels zijn we ruim twee weken verder. Ik ben er nog meer van overtuigd dat digitaal onderwijs, of zoals het nu heet: onderwijs-op-afstand, best een zekere meerwaarde kan hebben, maar dat voor echt onderwijs het kind gewoon naast je moet zitten, of tegenover je. Effectief onderwijs bestaat voor 75% uit direct face-to-face contact, uit interactie en wisselwerking. Als leerkracht moet je zien of je lesstof begrepen wordt. Hiervoor ben je niet afhankelijk van een vraag vanuit het kind.

Daarnaast is het voor mij helder dat met het huidige onderwijs-op-afstand uiteindelijk steeds meer kinderen de boot gaan missen. Kinderen die in een normale situatie meer aandacht vragen en krijgen in de klas heb je nu niet scherp meer op je netvlies. Deze kinderen zijn afhankelijk van jou als leerkracht en die afhankelijkheid raakt nu los.

En wat te zeggen over de situatie thuis waarin kinderen nu moeten leren en werken? Op televisie, bij de actualiteitenprogramma’s, zie je met regelmaat beelden langskomen van kinderen die gedrieën achter de laptop aan het werk zijn, aan een lange witte keukentafel en een ruime woon- of eetkamer. Maar veel kinderen wonen niet in zo’n ruim huis, hebben weinig eigen ruimte en hebben ook geen computer of internet. Deze kinderen komen straks ook echt op afstand en raken op achterstand. Dan krijgt de opmerking: “Meester, ik kan niet inloggen!” een heel andere lading.

Reactie toevoegen

(If you're a human, don't change the following field)
Your first name.
(If you're a human, don't change the following field)
Your first name.

Plain text

  • Geen HTML toegestaan.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.

U bent hier